Welke focus kies je als (startend) triathleet? Welke discipline moet je het ‘meeste’ trainen?

 

Deze post richt zich vooral op recreatieve/competitieve triathleten, of mensen die een nieuwe

sportieve uitdaging zoeken door een extra sport toe te voegen aan hun wekelijkse routine.

 

Of je nu pas begint met triathlon, of al een ervaren rot bent, het is en blijft moeilijk om je trainingsuren te verdelen over de 3 disciplines. Hoe pak je dat precies aan? Train je vooral je zwakste onderdeel? Train je vooral wat je het liefste doet? Train je het meest voor de discipline waarde kans op progressie het grootst is? Of train je gewoon waar  je zin in hebt, afhankelijk van je werkschema of het weer?

 

We bekijken dit topic vanuit verschillende invalshoeken, omdat we er van uitgaan dat een

beginnende atleet een andere aanpak zou moeten hanteren dan een ervaren atleet. Verder zijn er ook

voordelen verbonden zijn aan een persoonlijke aanpak en spelen er ook externe factoren mee.

 

 

A. Je bent een beginnende triathleet

 

Hoe pak je de verdeling aan van de verschillende

disciplines

• Visie 1: je steekt meer tijd in een zwakker / ‘nieuwer’ onderdeel (zowel techniek als extra kilometers om beter te worden)?
• Visie 2: je steekt meer tijd in je favoriete onderdeel, want dat motiveert je en deze trainingen ben je reeds ‘gewoon’?

Beide visies kunnen werken. Als je meer tijd steek in je ‘zwakste’ discipline kan je er voor zorgen dat deze het niveau van de andere 2 disciplines evenaart. Door te focussen op het ontwikkelen van een goede techniek is er mogelijks snel, veel progressie te maken in de zwakkere discipline. Het is wel belangrijk dat je vooraf oordeelt of extra training je voldoende winstmarge zal opleveren.

 

Stel dat zwemmen je zwakste onderdeel is, dan is het nuttig om regelmatig in het water te duiken. Zowel de zwemtechniek als het opbouwen van ‘zwemconditie’ kan je in de race een meer comfortabel gevoel geven.

Je wil immers niet al je energiereserves opgebruikt hebben bij het uitkomen van het water.

Verder is het ook niet zo, dat een goede ‘algemene conditie’, gelijk staat aan een goede zwemuithouding. Als laatste is zwemmen in open water (al dan niet met wetsuit) niet te vergelijken met zwembadzwemmen. Redenen genoeg dus om extra te trainen op het zwemonderdeel indien dit nog geen sterk onderdeel is.

 

Is lopen echter je zwakste onderdeel? Dan is progressie maken in dit onderdeel geen slecht idee. Dit kan je doen door meer kilometers te malen, je techniek aan te scherpen of je snelheid te verbeteren met behulp van intervaltraining. Lopen is de laatste discipline in triathlon. Wanneer je een sterke loper wordt, kan je op het einde van de race nog wat kan inlopen op je tegenstanders of net je voorsprong vergroten. Verhoudingsgewijs kan je met het looponderdeel meer een verschil maken dan bij het zwemmen.

 

Dat brengt ons naadloos bij de 2e visie. Als lopen je beste of favoriete onderdeel, is de kans groot dat

je vaker kiest voor het lopen. Je kan er meer ‘winst’ uithalen in de race zelf en er kruipt minder

trainingstijd in dan bijvoorbeeld extra kilometers te maken bij het fietsen. Bovendien werkt het motiverender werken om op korte tijd vooruitgang te boeken (bijvoorbeeld bij lopen) dan wanneer je maar blijft ‘struggelen’ met het zwemmen.

 

B. Je bent een gevorderde triathleet en zoekt opties om extra progressie te maken

 

• Optie 1: je kiest vaker voor je beste discipline om daar een voorsprong op te bouwen?
• Optie 2: je kiest vaker voor je minder sterke discipline om daar sterker te worden?
• Optie 3: je bent even sterk in de 3 disciplines en kiest voor een goede afwisseling?

 

Laat ons er vanuit gaan dat optie 3 de meest ideale is, zowel qua prestatie als qua belasting op je lichaam. je moet de 3 disciplines goed onderhouden door er regelmatig op te trainen, maar doordat je ze telkens afwisselt, blijf je ook gemotiveerd voor alle 3 de disciplines. Daarnaast is variatie altijd een goed idee om overtraining te vermijden.

 

Maar laat ons eerlijk zijn…

Er zijn weinig atleten die ‘uitblinken’ in alle 3 de disciplines. Er is waarschijnlijk wel 1 discipline die je minder goed beheerst, of waar je conditie of techniek nog meer in detail kan bijgeschaafd worden.

Vaker kiezen voor je beste discipline zal in dit geval minder gunstig zijn dan voor een beginnende

atleet, omdat je als ervaren persoon meer voordeel haalt uit de afwisseling van de verschillende

trainingen, dan alleen maar sterker / sneller te worden in je beste onderdeel. Bij een beginner is de progressiemarge op alle vlakken groter!

 

Als ervaren triathleet is het vooral belangrijk om een bepaalde routine op te bouwen, zodat je per

week eigenlijk een vast patroon van trainingen opbouwt. Bijvoorbeeld: Maandag, dinsdag en vrijdag

zwemmen, woensdag en zaterdag lopen en fietsen. Speel ook met de intensiteit en het volume van de trainingen. Je doet beter geen 3 intensieve blokkentrainingen na elkaar.

 

Ervaren atleten starten de voorbereiding meestal in het najaar en zetten dan in op techniektrainingen en hun ‘zwakste’ discipline, om dan tegen het voorjaar meer specifiek te gaan trainen en bijvoorbeeld weer

vaker outdoor te trainen (zwemmen en langer fietsen).

Extra inzetten op je ‘zwakste’ discipline levert niet altijd concreet tijdsvoordeel op in een race. Je haalt meer marge uit een snellere looptijd, dan dat je 2 minuten sneller bent bij het zwemmen. Fris kunnen starten aan het looponderdeel zorgt voor een mentale boost, maar ‘de benen stilhouden’ bij fietsen is niet mogelijk om te recupereren. Of je nu graag loopt of niet, hier extra op inzetten loont zeker en vast de moeite,.

 

Tot slot is het ook belangrijk om voldoende trainingstijd te investeren in de wissels, deze kunnen je

ook wat winst opleveren tijdens een race. Durf dus ook koppeltrainingen (zwemmen – fietsen /

zwemmen – lopen / fietsen – lopen) inplannen en hier extra tijd voor vrijmaken.

Als personal trainer is het onze taak om je te helpen bij een trainingsplan op maat en proberen we je

te motiveren om het beste in jezelf naar boven te halen voor elke discipline.